De mens zoekt steeds weer naar nieuw evenwicht. Dat helpt ons bij overleven. En we kunnen dat ook goed. We zijn flexibel en adaptief. Maar het streven naar balans kan ook een perfectionistisch streefbeeld worden.
In balans
In balans zijn, je evenwichtig voelen. Dat vinden we fijn. We streven er naar. En proberen dan vooral hard ons best te doen om los te laten. En àls we ons dan een moment in evenwicht voelen dan zijn we zo bang dat we het weer kwijt raken dat we liever stil blijven zitten en niet in beweging komen. Een paradoxale manier om innerlijke rust te vinden, die ons vaak verder van het evenwicht af drijft.
Lastige emoties brengen ons uit balans. Onzekerheid, rouw, het niet-weten. Maar net zo goed kunnen we soms schrikken van momenten dat het goed met ons gaat. Als we in een haast ondraaglijke situatie, ons eigenlijk wel goed voelen. Best hoopvol en vol vertrouwen zijn. Maar dat niet durven erkennen, omdat we bang zijn dat het morgen weer de andere kant op slaat. En we niet zo labiel willen zijn. Omdat we anderen en onszelf niet de indruk willen geven dat we alle kanten op schieten. Je durft het eigenlijk niet toe te geven. Want straks kan het weer anders voelen.
Wiebelen
Misschien is balans iets anders dan we vaak denken. Misschien is evenwicht niet een statische manier van zijn. Misschien is balans wel juist het ‘heen en weer’ opzoeken.
Stel je eens voor dat je op een smalle muur loopt. Je doet je best om je evenwicht te houden. Je voelt je wiebelen van links naar rechts. Je spreidt je armen uit om wat tegenwicht te bieden. Je kromt je voeten om beter grip te houden. Voorzichtig zet je een volgende stap en het hele spel begint weer opnieuw. Je voelt waar je naar toe beweegt, naar links, naar rechts, zodat je bij kunt sturen. Je blijft in beweging, want juist zó houd je je evenwicht.
Wankelmoed
Om in balans te komen en te blijven is beweging nodig. De veerkracht om te durven wiebelen. Wankelmoed, zoals Désanne van Brederode ooit zo mooi formuleerde. De durf om een stap te zetten die je misschien weer even uit evenwicht brengt. En jezelf de ruimte geven om die beide kanten te onderzoeken.
Wankelmoed, dat is je bewust zijn van wat je uit balans brengt. De angst, de zorgen, de paniek, het verdriet om wat je kwijt bent, de boosheid over wat onrechtvaardig voelt. Dat voelen, dat is niet altijd makkelijk. Het doet pijn, het leidt af, het is ongemakkelijk. Maar het geeft ons ook informatie over wat belangrijk voor ons is. Dat helpt ons bijsturen.
Wankelmoed, dat is ook durven genieten van de momenten dat je stevig staat. Dat je je even helemaal in evenwicht voelt. Zonder je bezig te houden met de angst dat je weer omvalt. Wel alert blijven, wel je aandacht erbij houden. Maar ook kunnen benoemen dat je even rust gevonden hebt. Zonder dat je het gevoel hebt dat je daarmee het noodlot over je afroept.
In de wetenschap dat het morgen anders kan zijn. Maar dat deze staat van innerlijke rust ook best wat langer kan duren. You don’t know. Het enige wat je zeker weet is hoe het nu, op dit moment met je gaat. En de rest is niet zo relevant.
In het wankelen vind je je evenwicht.