Heb jij dat ook? Dat je soms bang bent om door de mand te vallen?
Toen ik jaren geleden verantwoordelijk was voor een grote reorganisatie kon het me soms zomaar overvallen. Wat als ze er achter komen dat ik dit eigenlijk helemaal niet kan? Als ik door de mand val en iedereen ziet wie ik eigenlijk ben?
Het is niet dat ik geen gedegen achtergrond heb. Integendeel. Studies gedaan, relevante werkervaring, altijd blijven investeren in persoonlijke ontwikkeling. Maar toch. Blijkbaar is dat niet genoeg. Want zo af en toe komt dat stemmetje weer tevoorschijn.
Wie denk je wel dat je bent?
Kun je dat wel? En als jij zélf denkt dat jij dat kunt, hoe weet je dan zo zeker dat anderen dat ook vinden? Wacht maar af, op een dag val je hard van je voetstuk en dat is dan ook nog je verdiende loon.
Vroeger dacht dat ik dat ik de enige was met dat soort gedachten. Dat anderen zich niet zo onzeker voelden over hun werk. Afhankelijk van de mening van anderen. Kwetsbaar.
Maar inmiddels weet ik dat ik dat dat niet zo is. Dat iedereen net zo kwetsbaar is als ik. Dat ook CEO’s soms bang zijn om door de mand te vallen en dat het vooral daarom zo eenzaam is aan de top. Dat ook collega-ondernemers kwetsbaar zijn en af en toe twijfelen aan hun capaciteiten. Dat ook supermama’s die een topbaan en een gezin combineren zich weleens druk maken over wat anderen van hen vinden.
Brené Brown deed er onderzoek naar en ontdekte dat iedereen er last van heeft. Van het gevoel tekort te schieten en niet aan verwachtingen te voldoen. (Met uitzondering misschien van sociopaten die zich überhaupt niets aantrekken van wat anderen doen of zeggen.) Ik bevind me dus in goed en in elk geval in groot gezelschap.
Maar helpt mij dat? Wordt het gevoel minder zwaar als ik weet dat anderen het ook hebben? Een beetje misschien. Gedeelde smart is halve smart. Maar als we het allemaal af en toe hebben, maar het niet delen, dan voelt dat eigenlijk als een eenzame reis. Als in de auto in de file op een koude regenachtige donkere vrijdagavond. Op weg naar een beetje bescherming en warmte.
Allemaal alleen.
Terug naar mijn tijd als verandermanager. In een werkoverleg met mijn directeur deelde ik schoorvoetend een stukje van mijn gedachten. Een heel klein beetje, niet te veel. Veel te spannend. Dat kleine beetje was genoeg voor een echt gesprek. Hé, zij had het ook. Zo af en toe. Dat gevoel van twijfel. Doe ik het wel goed? Doe ik wel genoeg? Ben ik wel genoeg?
Wow! Dat had ik nooit gedacht.
Ik was niet de enige.
En wat nog mooier was: mensen tegen wie ik op keek hadden het ook! Wat een verbondenheid ontstond in dat gesprek. Tussen twee gewone mensen. Alledaagse helden die doen wat ze kunnen en samen delen wat ze soms lastig vinden. Mensen die uit de onderlinge verbinding energie krijgen om weer hun beste beentje voor te zetten.
Van alle bijzondere resultaten die ik in dat grote project heb gerealiseerd, is toch vooral dat gesprek me bijgebleven.
Ik ben nog steeds wel eens bang om door de mand te vallen. Net als iedereen. En al maak ik elke dag de keus om steeds authentieker te leven, toch vind ik de mening van anderen soms belangrijker dan ik zou willen. Maar nu ik weet dat ik niet de enige ben, weet ik wat ik moet doen om met dat gevoel om te gaan. Ik moet het niet bij me houden, maar het delen met iemand die het waard is om mijn verhaal te horen. Dat leidt tot opluchting, tot verbinding en tot nieuwe energie! En is dat niet wat we allemaal heel hard nodig hebben?