Menselijkheid, het woord wordt veel gebruikt. Steeds vaker duikt het op in rapportages, in adviezen of in kritische analyses. De menselijke maat moet terug. Er moet meer ruimte zijn voor menselijkheid. Het woord geeft een associatie die we fijn vinden.
Het voelt vertrouwd.
Het geeft een idee van ruimte voor wie we zijn, van respect en aandacht. Van zachtheid en mededogen. Geen wonder dus dat we er meer van willen.
Maar we gebruiken het soms ook als een excuus. Als we een fout maken, of tekort schieten: ‘ik ben ook maar een mens’. Er is dus meer dan alleen maar positieve vriendelijkheid in het begrip menselijkheid.
Wat betekent het nu eigenlijk om menselijk te zijn?
Om menselijk te doen, menselijk te werken en te organiseren? Hoe vaak de term ook gebruikt wordt, niet vaak wordt exact uitgelegd wat er mee bedoeld wordt.
Dat maakt het wel lastig. Want als we niet goed kunnen omschrijven wat het is, hoe kunnen we er dan meer van krijgen? Dat is als vertellen hoe lekker die salade was die je vorige week hebt gegeten, zonder dat je de ingrediënten kunt benoemen. De luisteraar kan instemmend knikken, maar die salade nooit kunnen maken.
Aan welke knoppen kun je draaien?
Als we menselijkheid willen bevorderen, wat kunnen we dan doen? Welke elementen spelen een rol? Welke ingrediënten kunnen we onderscheiden? Dat begint met een goede definitie.
Sociaal psycholoog Nick Haslam definieerde menselijkheid (humanness) als volgt: “de elementen die definiëren wat het is om mens te zijn.” Dat is een definitie die niet heel veel duidelijkheid geeft. Want wat zijn die elementen dan precies?
Haslam kiest twee invalshoeken.
De eerste is: wat is de kern van de menselijke natuur?
Wat maakt een mens tot mens? Wat zijn de karakteristieken van ‘human nature’? Daarbij kun je denken aan (en voor de geïnteresseerden doe ik de Engelstalige termen erbij):
- hartelijkheid en warmte, de mogelijkheid om verbinding te maken (interpersonal warmth)
- het vermogen om met gevoel te kunnen reageren (emotional responsiveness)
- diepgang en inzicht, begrip (depth)
- open staan voor ervaringen, ideeën, informatie en kennis (cognitive openness)
- onafhankelijke besluiten kunnen nemen en individualiteit (agency/ individuality).
Dat is dus de menselijke natuur. Het is wat ons onderscheidt van robots en machines. Maar is dat precies genoeg? Maken we daarmee voldoende duidelijk wat typisch menselijk is en wat ons onderscheidt van andere wezens? Dat onderscheid is belangrijk. Immers een kenmerkende eigenschap van een vliegtuig is dat ‘ie vleugels heeft en kan vliegen. Maar dat iets vleugels heeft en kan vliegen maakt iets nog geen vliegtuig.
Een tweede invalshoek biedt extra informatie: wat onderscheidt de mens?
Wat maakt de mens uniek? Dit zijn de elementen die dan worden genoemd:
- culturele beschaafdheid en fatsoen (civility)
- verfijning en manieren (refinement)
- moreel bewustzijn (moral sensibility)
- rationaliteit en logica (rationality and logic)
- volwassenheid, verantwoordelijkheid en een zekere wijsheid (maturity)
Dit zijn elementen die groeien naarmate we ons ontwikkelen. En die te maken hebben met hoe we als mens samenleven met elkaar. Waar we elkaar ook op kunnen aanspreken en in kunnen leren.
Een vollediger beeld van menselijkheid
Als we die twee invalshoeken combineren komen we tot een vollediger beeld van wat het betekent om mens te zijn. Dat heeft te maken met contact te maken, gezien te worden als individu, ruimte te voelen en te nemen voor emoties en ook met verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen, je bewust te zijn van hoe je je beweegt in een omgeving met anderen.
Menselijkheid betekent de ruimte om die beide invalshoeken volledig te kunnen zijn. Om gezien te worden in al die facetten en aangesproken te worden op die onderdelen. Met respect behandeld te worden en serieus genomen worden. Dat vraagt iets van de ander: respect en ruimte voor hoe we dat ieder persoonlijk invullen.
En dat vraagt ook iets van onszelf: bewustzijn van hoe wij onszelf verhouden ten opzichte van anderen. En ruimte nemen om daarin volledig mens te zijn.
Lees meer over menselijkheid in het boek De menselijke organisatie.